DUTCH
Een Wazige Vogel
Een wazige vogel,
Wazig onderweg.
Of het een duif is
Of een specht,
Ik geloof wel wat je zegt.
Ja een wazige vogel,
Wazig onderweg.
Van geen oorsprong
Ontsprongen
En in geen doodsbed
Gelegd.
Of hij nou
Vliegt, hangt, of zit.
Bestaat of vergaat.
Een wazige vogel,
Wazig onderweg.
Buigende Bogende Beesten
Dwalend langs
Lange
Kronkelende beesten
Langs lange
Kronkelende wateren
Woest als de ontbrekende zee
Losbarstend als de verre aardbevingen
Huilend in de wind
Kronkelende beesten
Langs kronkelende wateren
Die allen die passeren
Rust toelaten
Rust voor
Nieuwe
Vernieuwende geesten
Vanuit
Buigende bogende beesten
Kwaad
Wat nu als ik rouw
Wanneer ik mijn
Lichaam beschouw
Wat nu als ik ook nog rouw
Wanneer ik denk aan
Hoe ik mijn
Lichaam beschouw
Zal ik dan meer
Moeten streven
Of zal ik moeten leven
Met dat wij zijn verweven
Met ons gegeven
Kunt U het Mij Vertellen
En nu moet ik het vragen
Na al die jaren
Bezig zijn
Na al die staren
Na al die boeken vergaren
Kan u mij nu vertellen
De antwoorden op
Die kinderjaren
Kan u mij vertellen
Hoe de bomen ademen
Hoe wateren weerspiegelen
En tegelijkertijd weer
Liegen
Kunt u mij vertellen
Hoe het elke dag
Even laat is
Maar toch een andere dag is
En als u dat kunt
Kan u mij dan ook vertellen
Waarom dat is
Waarom de bomen ademen
De wateren weerspiegelen
De tijden gelijk blijven
Maar de dagen toch verschillen
Huiden zo Fragiel
Ik lig jaren
In bad te baden.
Mijn vingers, tenen,
Lijken onder de blaren .
Ik lig al jaren
In mijn zee te dromen,
Ik creëer mijn eigen
Golven die galmen .
Wateren botsen
Tegen mijn benen,
Vol haren.
Volhouden,
Is wat ik doe.
Houden van de
Golven, zeeën en baden,
Daar waar ik mee zit
Te vergaren.
Godverdomme
God, wat zijn wij het toch zat.
’s Morgens staan wij op.
’s Avonds liggen wij neer.
En daar tussen,
Is het hetzelfde.
Keer op keer.
Ons leven wordt gejat.
God, help ons nou,
Uit dit gat.
Kom naar onze huizen.
Kijk niet langer op ons neer.
Bied ons het licht,
Wij zien bijna niets meer.
Vooruitkijken op gisteren
En wanneer wij nu dan
Verloren gaan,
Gaan wij dan
Blijven of dwalen?
Gaan wij
Voelen en ruiken,
Aan de ontastbare verhalen?
Binnendringen,
In gesloten zalen?
Vooruitkijken op gisteren,
En de tijden
Zelf bepalen?
Beste Schelde,
Ik heb oneindig gejut
en met de meeuwen geschreeuwd.
Gefluisterd met de schelpen
en geluisterd naar de zee.
Ik ben uitgeput.
Strijk je blauwwitte armen uit,
jij zee.
Toon mij jouw kleuren,
trek me in.
Neem mij mee.
Al dan die Gene
Ik wil vergaan en verdwalen
Zonder de weg te vragen.
Niet geven
Om het vagen.
Geheel niet geven
Om onzin, sarcasme
Of het reële.
Maar alleen
Om die gene.
Blindelings getrokken worden
Naar verborgen
Plekken en paden.
Terecht komen in menigte,
Maar de aandacht
Nooit vergaren.
Wisselvallig
Blazen weiden wijd.
Van blauw tot grijs.
Dwalend langs oevers en baken.
Dwarrelende Velden
en gebroken beken.
Strijkend vlugrijkend
grijpend ver.
Dalend, stijgend,
donderend neer.
Vastbehouden onoverkomen
rijzend weer.
Ouder en Kind
Een kind
met diepe ogen.
Ruimten waar
maanden pijn
zich in verscholen.
Verstopt in DNA
en botten.
Met volwassenheid
nog verder gepropt
in diepe grotten.
Maar die pijn
kan nooit verrotten.
Nooit vergaan.
Zelfs na de dood
blijft die pijn
bestaan.
ENGLISH
Mortal God
O you,
you that they call God.
What a trickster you are!
And what a fool you are too!
You have tricked yourself.
You are not omnipotent,
nor omniscient,
nor omnipresent.
No!
You are but less than mortal!
A mere reflection of man.
I am you.
Your creator,
and your destroyer.
I am not the sculpted.
I am the sculptor.
I am not the philosophy.
I am the philosopher.
I am the writer, the painter,
the bricklayer, the architect.
I am the sower of my garden,
the builder of my house,
and the digger of my grave.
I am a mortal God.
On boredness
And so, what do we do,
after seeing all this absurdity?
After not having answers
to the questions I cannot raise?
Must I accept insignificance?
Or drown myself in ignorance?
When I relapse
from my nausea,
Back into the consciousness
of the absurd,
must I pull up a curtain?
Will it not all be in vain?
Will I not see my own boredness?
I do.
And I feel lame.
I am afraid
that it will forever last.
That my wonderful delusions
will never return,
and stay in the past.
That I will never
fall in love.
That I will never
write.
That I will never
dress 'fashionably'.
That I will never
quarrel.
Never fight.
And Then
And then,
I write without
hesitance or second thought.
Every thought,
my pen utters,
all my worry disappears.
I smile goodbye
to fright.
For now,
all is near.
My room, the world.
My candle, the sun.
My self, the gods.
They are all here.
Doing the Devil's work
God, if you dare
To give me cancer,
I will outdo
Your work.
If I do not go
Of laughter,
Or by cannonfire,
My own bullet will do.
Poets and Poems
All just not understood.
Or
maybe
rather
too well understood.
No.
Nothing to understand.
No rhythm to analyze.
No rhyme scheme to apply.
No stylistic devices.
No metaphors.
No meaning.
Just words.
Words that came and fell.
No good reason for why.
They just came to paper.
Like rain did to flower.
Like tear did to cheek.
Just words, and rain, and tears.
And nothing more.
Dead Death
Oh how such ignorant fools we are!
Us feeble humans!
Walking corpses.
Already dead before birth,
Having never been born.
Having never lived!
And even those who have,
come not much higher than those that have not.
Both, still all too human.
Both, knowing what they are.
But, never admitting,
Never facing.